SLALOM AAN DE LONGE
Doorgaans lukt het de meesten om een paard keurig op de cirkel te laten lopen wanneer hij ons moet achtervolgen (Hierbij kunnen we zowel vooruit lopen naast het paard, als achterwaarts met ons gezicht naar het paard toe). Aan de longe hebben mijn studenten vaak wel wat moeite on de richting te blijven bepalen. Als het fout loopt, zie ik drie struikelblokken;
• ofwel valt het paard over de buitenschouder uit de cirkel,
• ofwel valt het paard over de binnenschouder naar binnen waardoor hij op een veel kleinere cirkel loopt,
• ofwel maakt het paard een ellipsvormige figuur waarbij hij de ene helft veel te klein maakt en aan de andere helft overcompenseert naar buiten.
Op dit moment heeft het paard ten eerste weinig balans, maar daar zullen we het later over hebben. Ten tweede heeft het paard nog niet ontdekt hoe hij op een correcte manier de richtingsaanwijzing van de trainer kan volgen wanneer de trainer naast hem, en niet meer vooraan, staat.
Om dit aan te leren gebruik ik heel graag een gebroken lijn.
Ik zet 3 kegels: één in elke hoek en één in het midden. Hierbij zorg ik ervoor dat de kegels in de eerste instantie op een rechte lijn staan.
Vervolgens laat ik mijn student enkele malen longerend het paard achter de kegels door sturen in een rechte lijn. Wanneer dit goed lukt kunnen we beginnen met een slalom.
- Stap 1: Eerst vragen we het paard achter de eerste kegel te lopen. Vervolgens draaien we onze voorste schouder weg van het paard en nemen we onze teugelhand met ons mee. Het zweepje heeft hier geen grote rol. Wanneer het paard met ons meekomt en naar binnen afdraait, nemen we meteen een neutrale lichaamspositie aan om ervoor te zorgen dat de bocht niet te groot wordt.
- Stap 2: Van zodra het paard met zijn schouders voorbij de tweede kegel is, draaien we met onze voorste schouder naar het paard toe, we geven het paard meer teugel door onze teugelhand naar zijn neus toe te brengen en indien nodig kunnen we met het zweepje naar de schouder/ hals van het paard wijzen om hem aan te moedigen een stap naar buiten te nemen.
- Stap 2.bis: Merk je dat je paard doorloopt? Geef dan een halve ophouding met je touw en vraag opnieuw de schouder te verplaatsen. Herhaal tot het paard zijn balans verlegt en zijn richting naar de gewenste kant verandert.
- Stap 3: Tot slot vragen we het paard achter de laatste kegel te lopen en nodigen we hem alweer uit om de bocht te maken door stap 1 te herhalen.
In een volgende blog vertel ik jullie hoe we deze oefening gebruiken om de schouders onder controle te krijgen op de cirkel.